Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet zorg en dwang van kracht. De kern van de wet is 'Nee, tenzij'. Uitgangspunt is dat onvrijwillige zorg niet thuis hoort in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.
Mensen met het Prader-Willi syndroom (PWS) hebben baat bij regelmaat en structuur. Vooral bij de beteugeling van voedselzoekgedrag kan het helpen wanneer voedsel niet voor hen bereikbaar is. Voorbeelden hiervan zijn sloten op de keukendeur of op de koelkast. Dat geeft rust. De meeste mensen met PWS zijn echter wilsbekwaam. Dat brengt met zich mee dat niet voor hen besloten mag worden dat er iets op slot gaat. Dat mag alleen met hen. De nieuwe wet stelt dus extra eisen aan de begeleiders van volwassenen met PWS.
Veel mensen met PWS hebben hulp van anderen nodig bij het oplossen van problemen en het omgaan met onverwachte situaties. Ook als het gaat om het voorkómen van ongewenst gedrag hebben zij soms begeleiding nodig. De vertrouwensband met de begeleider leidt tot een gevoel van veiligheid.Het moeten maar niet kunnen voldoen aan regels geeft stress. Maar het krijgen van hulp bij het nakomen van samen gemaakte afspraken geeft rust. Dat is de essentie van het werken binnen de nieuwe context.